De ideale patiënt-artsrelatie
De ideale patiënt-arts relatie is egalitair. Patiënt en arts staan daarin als mensen op gelijke voet. De arts brengt zijn of haar expertise en vaardigheden in, de patiënt zijn of haar ervaring als degene die de ziekte heeft en beleeft. Ze luisteren naar elkaar, overleggen en werken samen. Ze hebben één gemeenschappelijk einddoel: de beste zorg voor de patiënt.

Daarbij deelt de arts de controle over het ganse proces met zijn of haar patiënt en de arts respecteert diens autonomie. De patiënt is immers degene die zal worden geconfronteerd met alle werkingen en nevenwerkingen van een behandeling en het is zijn lichaam.
Omdat de patiënt afhankelijker is van de resources van de arts dan omgekeerd, is
het aan de arts om het initiatief te
nemen tot empowerment van de patiënt.
Het is dan ook belangrijk dat een arts beseft dat hij wel degelijk macht heeft
of liever gezegd dat hij het machtsoverwicht heeft. De arts moet zich
realiseren dat zijn of haar machtsoverwicht ervoor zorgt dat een patiënt niet
altijd openlijk zegt wat hij denkt. De communicatie moet dan ook op elke
individuele patiënt zijn afgestemd. Sommige patiënten missen de vaardigheden en
durf (self-efficacy) om hun stem te laten horen. Communicatie is een essentieel
werkinstrument van de arts en van andere zorgverstrekkers.
Elke patiënt is anders
Hoever die controle-overdracht gaat, verschilt van patiënt tot patiënt en van
situatie tot situatie. De arts luistert dus niet enkel naar de klacht van de
patiënt. Hij brengt ook in kaart wat de wensen van de patiënt zijn met
betrekking tot informatie, argumentatie en deelname aan het beslissingsproces. Indachtig
de wet op de patiëntenrechten die de patiënt het recht toekent om geïnformeerd
te worden, wordt de patiënt betrokken op maat van wat hij wenst. Je kan nu
eenmaal niet een patiënt empoweren tegen zijn wil in. Sommige patiënten vinden het comfortabeler om de arts helemaal aan het stuur van het zorgproces te laten
zitten.

